Een officierswoning in het legioenskamp van Oberaden
De reconstructie die Kees Peterse maakte van een officierswoning in het legioenskamp van Oberaden laat zien hoe ruime stadswoningen in Romeins Italië hier als model hebben gediend. De centrale verkeersruimte (atrium) en de met een zuilengang omgeven tuin vallen direct in het oog.
Bij Oberaden in de gemeente Bergkamen bevinden zich de resten van een enorm Romeins legerkamp, groot genoeg voor twee tot drie legioenen. Het is aan het begin van de Germaanse oorlogen, in het jaar 11 voor Chr., diep in vijandelijk gebied gebouwd. Drie of vier jaar later werd het weer verlaten en ontmanteld. Tussen de commandantswoning (praetorium) en het hoofdkwartier (principia) in het midden van het kamp en de zuidelijke toegangspoort zijn de resten gevonden van enkele grote woonhuizen die bestemd waren voor hoge officieren.
Met hun naar het noorden gerichte voorgevel lagen vier huizen aan een dwarsweg die voor het front van het hoofdkwartier (principia) langs liep. Alle vier hadden ze in de plattegrond dezelfde structuur, met woonvertrekken in het voorste deel en een door een zuilengang omsloten tuin daarachter. Maar de verschillen in afmetingen en plattegrond laten ook zien dat ze niet in een keer volgens een uniform ontwerp zijn gebouwd. Samen met een vergelijkbare, nog veel grotere woning dichter bij de poort en walmuur vertonen deze huizen veel kenmerken van de in steen gebouwde villa’s en stadswoningen van de elite uit diezelfde periode in Italië.
Plattegrond van het kamp van Oberaden, met midden onderaan (in rood kader) een groep huizen bij de zuidelijke toegangspoort, en gedetailleerde plattegrond van de huizen en de poort. Tekening LWL-Archäologie für Westfalen/D. Jaszczurok, grafische bewerking PANSA BV.
Reconstructie
Vanaf 2012 heeft Kees Peterse in opdracht van de stad Bergkamen gewerkt aan een digitale reconstructie van het meest oostelijke van de vier huizen tegenover het hoofdkwartier, maar deze niet kunnen voltooien.
Dankzij de nauwkeurige opgravingsgegevens kon in de reconstructie worden verwerkt dat het huis, met een oppervlak van 27 x 47,5 m, is gebouwd op een hellend terrein. Vanaf de entree tot aan de achtergevel liep het terrein ruim 3 meter omlaag, met het grootste verval in het voorste deel van het huis.
Plattegrond van de twee meest oostelijke huizen bij de zuidelijke toegangspoort van het kamp van Oberaden (tekening LWL-Archäologie für Westfalen/D. Jaszczurok) en schets van de doorsnede door het meest oostelijke huis (tekening Kees Peterse).
In het huis zijn de meeste elementen van een traditioneel Romeins woonhuis uit deze tijd herkenbaar. Vanaf de entree leidde een gang (fauces) rechtstreeks naar de centrale hal (atrium), van waaruit de rest van het huis toegankelijk was. Opmerkelijk is het ontbreken van een ontvangstvertrek (tablinum) tegenover de entree aan de andere zijde van het atrium. Dit vertrek speelde een belangrijke rol in het sociale verkeer van de Romeinse elite in de burgerlijke samenleving, maar had in een militaire context geen betekenis. Achter het huis lag het peristylium, een grote, bijna vierkante tuin die aan drie zijden werd omsloten door een zuilengang en aan de zuidzijde door een gesloten gang.
In de reconstructie hebben alle vleugels rondom het atrium een verdieping gekregen. Het over de vier vleugels rondlopende schilddak heeft in het midden een opening, voor de toevoer van licht en lucht. Binnenvallend regenwater werd opgevangen in een ondiep bassin (impluvium) in het midden van het atrium. De zes zuilen die er omheen stonden en het dak droegen, ontbreken nog in de digitale reconstructie.
Reconstructie van het meest oostelijke huis bij de zuidelijke toegangspoort van het kamp van Oberaden en van het verval in het terrein van noord naar zuid. Computerstills Kees Peterse.
Gereconstrueerd bovenaanzicht van de benedenverdieping. Computerstill Kees Peterse.
Gereconstrueerd aanzicht van de voorgevel. Computerstill Kees Peterse.
Naar het voorbeeld van huizen in Pompeï zijn in de reconstructie de twee grote vertrekken aan weerszijden van de toegang (fauces) alleen naar de straat geopend en niet toegankelijk vanuit het atrium. Trappen zijn geprojecteerd in twee smalle ruimtes aan weerszijden van het atrium.
De gesloten wand aan de zuidzijde van het peristylium heeft in de reconstructie grote, met luiken afsluitbare vensters gekregen. In een hoek van de tuin, dichtbij het woonhuis, bevond zich een waterput.
Gereconstrueerd aanzicht van het atrium in de richting van de entree. Computerstill Kees Peterse.
Gereconstrueerd aanzicht van het peristylium en de waterput. Computerstill Kees Peterse.
Gereconstrueerd aanzicht van het huis vanuit het zuidwesten. Computerstill Kees Peterse.
Verder lezen
Kees Peterse, Pompeii. De bouwgeschiedenis van een antieke stad, Kunstschrift 4, 1991, 18-24 (over het Romeinse woonhuis). [PDF]
Klik hier om terug te keren naar de reconstructies houtbouw